Veronderstel dat de linkertegenstander, aan de beurt om voor te spelen, twee kaarten op tafel 'produceert', beide kleintjes. De WL vraagt hem wat er aan de hand is en hij meldt:
Bij het trekken van een andere kaart die hij wilde spelen vielen de beide kaarten op tafel. Formeel gesproken worden beide kaarten grote strafkaarten en de leider kiest degene die gespeeld moet worden.
Hij wilde een van beide spelen en de andere viel tegelijkertijd op tafel. De WL laat hem de kaart spelen die hij wilde spelen en de andere wordt een kleine strafkaart.
Praktisch gesproken zou een WL niet in geval 1 verzeild moeten raken, door aan te nemen dat de speler één van beide kaarten wilde spelen toen dit gebeurde. Dit voorkomt ook de mogelijkheid van ongeoorloofde informatie.
Veronderstel dat hetzelfde gebeurt maar nu met een honneur en een kleintje. Nu behoort de WL hem te vertellen dat door het spelen van de honneur de overgebleven kaart een kleine strafkaart wordt, terwijl het spelen van het kleintje hem met een grote strafkaart opzadelt.